Een dikke laag snot verspreidde zich aan het begin van deze week over de Zee van Marmaris ten zuiden van Istanboel. Ik vond het een vies verhaal. Het deed mij een beetje denken aan wat Dorian van Rijsselberghe mij eens vertelde over de baai van Rio de Janeiro, waarin hij zich met een surfplank een weg moest banen door het afval. Ook het relaas van Simeon Tienpont is mij bijgebleven. Tijdens zijn zeiltochten rond de wereld, over immense oceanen, voer hij regelmatig door plastic troep.
Als ik dit aan mijn kinderen vertel, worden ze boos. In hun ogen had ik allang GroenLinks moeten stemmen en is het scheiden van afval de normaalste zaak van de wereld. Twijfels die ik heb - eindigt het niet allemaal op dezelfde stortplaats? – hebben zij niet. Ik houd daarom wijselijk mijn mond. Helemaal over twintig jaar geleden, toen ik in een onbezonnen bui nog weleens een snoeppapiertje uit het autoraam wilde laten waaien. Nu iets om je dood voor te schamen.
Lang verhaal kort, wat ik met deze voorbeelden zeggen wil, is dat ze de inleiding vormen van een nieuw fenomeen in de (water)sport: het toenemende belang van maatschappelijke impact. Alleen al deze week domineerde dat begrip – maatschappelijke impact - drie van mijn gesprekken en ik geef u op een briefje: ook u gaat er op lokaal niveau mee te maken krijgen. Overheidsinstanties, sponsoren en sportorganisaties eisen namelijk maatschappelijke impact (meer dan de sport van zichzelf al heeft) terug voor hun investering.
Voor het Watersportverbond betekent dat bijvoorbeeld dat NOC*NSF (met daarachter het ministerie van VWS en de Loterijen) anders om zullen gaan met het toekennen van subsidies. Om daarvoor in aanmerking te komen, zullen wij moeten aantonen welk verschil wij maken voor de samenleving in de breedte- en de topsport. Dus niet alleen het aantal medailles telt, maar ook de ‘social return on investment’. Met andere woorden; de mate waarin wij bijvoorbeeld een succes weten te maken van de toegankelijkheid van onze sporten, inclusie. Maar ook hoe wij omspringen met onze omgeving en wat wij terug kunnen doen voor het gebruik van de natuur en het water.
Dus…?
Is het domste wat wij kunnen doen: niet meebewegen met deze ontwikkeling. Want als er één sport is die impact kan maken, zijn wij het. Per slot van rekening is de zorg voor het water onlosmakelijk verbonden met wat wij doen. Zonder water hebben wij niks. Daarom leer je in je eerste zeilles al hoe je er op een zorgvuldige manier mee omgaat. En precies die bewustwording, die educatie, die moeten wij veel meer gaan uitdragen. Via onze achterban, in de opleidingen en bij evenementen. Ook zullen wij moeten nadenken over toiletlozing op het water. Dat lijkt verdacht veel op het snoeppapiertje uit het raam.
Voltooid verleden tijd.
Reageren?
Arno van Gerven is directeur van het Koninklijke Nederlandse Watersportverbond. Iedere week snijdt hij actuele onderwerpen in de watersport aan. Wil je reageren? Doe dat op arno.van.gerven@watersportverbond.nl.