‘Het is geen wetenschap wat we bedrijven. We gaan met mensen om en dat moeten we goed doen’.
Een van de kern aandachtspunten van het Platform Recreatiesport van het Watersportverbond is het vrijwilligersbeleid. Maar liefst 220 vrijwilligers zetten zich op dit moment in voor het Watersportverbond. Zoveel mensen, verspreid over het hele land, verbonden en betrokken te houden en een eenduidige stem te laten hebben, vraagt om een professionele aanpak. Aan Jan van Esseveld, naast voorzitter van de werkgroep vrijwilligersbeleid ook regiovertegenwoordiger Overijssel en voorzitter van Zeilvereniging Belterwiede, de taak om die aanpak vorm te geven.
- Naam: Jan van Esseveld
- Vereniging: Zeilvereniging Belterwiede.
- Activiteiten binnen de watersport – voorzitter van de Werkgroep Vrijwilligersbeleid Platform Recreatiesport van het Watersportverbond, regiovertegenwoordiger Overijssel, voorzitter van Zeilvereniging Belterwiede
- Boot: Olympia Jol
- Favoriet vaargebied: kop van Overijssel – de Wieden, Zwarte Meer, Zwarte Water, Vecht Weerribben
1. Wat voor ’n type zeiler ben jij?
Van oorsprong ben ik een Spankerzeiler. Daar kan je goed mee toeren, op slapen en ook geweldig mee wedstrijdzeilen. Dat heb ik vijftien jaar gedaan. Ik was een aardige middenmoter. Later ben ik overgestapt naar de Olympia Jol, om de eenvoudige reden dat je dan het bemanningsprobleem niet hebt. De competitie daar is ook van een ander niveau. De kwaliteit in de breedte van het veld van de Olympia Jol vind ik geweldig. Er is namelijk altijd competitie, ook achterin. Ik maak me geen illusie meer over het kampioenschap, maar af en toe kan ik toch leuk nog mee doen.
2. Hoe ben je aan het water geraakt?
Als jongen droomde ik om stuurman te worden in de scheepvaart op zee. Op een goed moment moest ik een bril en toen was het einde oefening. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kan en zo belandde ik in een zeilboot.
3. Wat werd het in plaats van stuurman op zee?
Ik heb mijn hele leven in zeer veel verschillende functies in het onderwijs gewerkt. Van onderwijzer tot schooldirecteur, operationeel manager van een schoolbestuur, project manager, adviseur van de gemeente, interim manager.
4. Je bent al een tijdje als vrijwilliger heel actief in de watersport. Wat is je ervaring daarin en wat valt je op?
Wat me opvalt is de geweldige betrokkenheid van veel vrijwilligers bij hun sport en hun vereniging. Er is een grote groep die veel voor de watersport over heeft. Het zijn actieve groepen. Dat zal zeker te maken hebben met de familiesfeer die heerst over de hele de breedte van de watersport. Altijd reikt iemand je de helpende hand, maakt niet uit waar of wanneer. Dat is heel aansprekend.
Daarnaast is de sport enorm karaktervormend. Je gaat, vaak in je eentje, het water op en bent dan overgeleverd aan de twee elementen die sterker zijn dan jij, water en wind. Je gaat de strijd aan met de natuur, alleen. Je ziet bij veel kinderen die voor het eerst in een bootje stappen dat ze vaak bang zijn voor het water. Maar dat leren beheersen, dat vormt je. Je bent verantwoordelijk voor eigen daden en de gevolgen daarvan.
5. Wat is je opdracht vanuit het Platform Recreatiesport?
Ik zit in het Platform Recreatiesport als voorzitter van de werkgroep vrijwilligersbeleid. Zo zitten er meer voorzitters van een werkgroep in het platform, met elke een specifieke opdracht. Zodra de taak er op zit, treed je af.
Vrijwilligersbeleid is een bekend fenomeen dat veel aandacht behoeft. Onze opdracht is het om binnen het Watersportverbond te komen tot een hele praktische uitvoering om vrijwilligers in te bedden in de familie van het Watersportverbond en het ze zo prettig mogelijk te maken. Daarbij gaat het niet om een mooi plan op papier, maar om het goede doen op het juiste moment.
6. Wat zijn de belangrijkste pijnpunten?
We waren ons onvoldoende bewust van wat we goed deden en wat niet. Als we iets goeds deden, was dat toevallig. Dit moet systematisch, continue en bewust. De afstand van het Watersportverbond tot de vrijwilliger was te groot geworden waardoor ook het risico tot mislukking groter werd. Ieder lid van een organisatie moet weten welk element van belang is in de situatie waarin je werkt. Dat is op dit moment onvoldoende het geval.
Daarnaast is er het zorgpunt de werving van vrijwilligers. Wij zijn met het Watersportverbond erg ambitieus geworden. We willen op elk vlak uitblinken. Maar we lopen onszelf daarin voorbij, ook de vrijwilliger. En daarnaast geldt voor de hele samenleving dat het gros van de mensen niet meer toekomt aan vrijwilliger zijn. Wij moeten grote moeite doen om ze te vinden en te binden.
7. Hoe pak je dat aan?
De Brown Paper Company, een extern bureau dat goed bekend is binnen de sportwereld, heeft ons het afgelopen half jaar geholpen bij het denkproces. We hebben de gehele loopbaan van een vrijwilliger in kaart gebracht aan de hand van zes b’s: bezinnen, binnen halen, begeleiden, belonen, behouden, beëindigen.
Vervolgens moeten we onszelf goed organiseren en professionaliseren, om ervoor te zorgen dat een vrijwilliger niet voor een dichte deur komt te staan. Hier zijn dertien actiepunten uit voortgekomen. Denk daarbij aan een verjaardagskaart voor de vrijwilliger, maar ook voor diens partner, die het maar goed moet vinden zijn/haar geliefde af en toe te moeten missen.
Daarnaast is bijvoorbeeld de belangenbehartiging, dat ook wordt verricht door vrijwilligers, zo intensief, uitgebreid en belangrijk geworden, dat een professionaliseringslag onontbeerlijk is. Daar kunnen opleidingstrajecten bij gaan helpen. Dit is iets wat we moeten uitwerken de komende tijd. Maar net als onze minister Van Agt dat ooit zei, ‘Werkende weg doen we dat’, zo zie ik dat ook.
Vanuit het bureau is vastgesteld dat Charlotte van Leerdam de linking pin is, die het overzicht behoudt en structuur aanbrengt.
8. Wat is er zo leuk aan vrijwilligerswerk?
Samen dingen beleven in een gedeelde passie. Samen het gevoel hebben dat je een probleem op kan lossen. Elkaar respecteren, ook als het spannend wordt. En als het werk gedaan is, het succes vieren. Ik geloof in de kleine dingen. Als iedereen het leuk heeft en dat uitstraalt, willen mensen daarbij horen.
9. Wat is de ideale vorm van vrijwilligersbeleid/samenwerking in de watersport?
Voor mij zit ‘m dat in gelijk krijgen in plaats van gelijk hebben. Daarvoor moet je met meerdere partijen samen, met respect voor elkaars standpunten het probleem zien op te lossen in een gebied. Het proces is daarin uiterst belangrijk. Zo heb ik dat ook onlangs ervaren rond de waterplantenproblematiek op de Belterwiede. Je moet zo zorgvuldig zijn in hoe je met je samenwerkingspartners optrekt. Hoe je elkaar betrekt en zo meeneemt in het proces. Je moet elkaar vertrouwen, elkaar niet verrassen. Alleen dan sta je sterk. Ik zou dat aan iedere vrijwilliger van het Watersportverbond willen meegeven.
10. Hoe ga je daar komen?
Het allerbelangrijkste is om mensen goed wegwijs te maken. Het Watersportverbond is redelijk ingewikkeld. Wegwijs maken deden we tot nu toe slordig, of eigenlijk niet. Daarnaast moet je aan de mens de vrijwilliger aandacht besteden. Ik heb het geluk te werken met mensen die dat al voortreffelijk doen, bijvoorbeeld Hedwich Kuipers en Louise Polet van het bondsbureau.
Samen met Charlotte van Leerdam en Desiree de Berk van het bondsbureau zijn we de 13 actiepunten, waar ook veel ‘hoe’ in zit, aan het uitwerken op een praktische en overzichtelijke manier. Het moet snel uitvoerbaar zijn, niet te groot of ingewikkeld dus. Het is geen wetenschap die we bedrijven. We gaan om met mensen en dat moeten we vormgeven. We weten best hoe het moet maar we organiseren dat niet altijd even goed. Dat kan beter en dat proberen we nu te doen.
Foto's: Jan van Esseveld