Twee weten meer dan één. En met z’n allen is de kans zelfs groot dat je, hoe groot het probleem ook is, de oplossing uiteindelijk ook vindt. Juist daarom spant het Watersportverbond zich in om, in de aanpak van overlast door waterplanten, de krachten te bundelen. Door gezamenlijk op te trekken, in zowel de eigen kring als daarbuiten, is meer te bereiken. Dat mag de conclusie zijn na een jaar waarin al veel problemen op én – in dit geval vooral ook - onder water zijn aangepakt. Maar, dat is geenszins een reden om achterover te leunen, want het onderwerp verdient voortdurende aandacht.
Waterplanten hebben, natuurlijk, een belangrijke functie. Ze bevorderen de waterkwaliteit, gaan de groei van (blauw)algen tegen en zorgen voor helder en schoon water. Maar, de waterrecreant heeft de afgelopen jaren in toenemende mate ook last van waterplanten die in de bodem wortelen en in een aantal gevallen tot aan het wateroppervlak groeien. Het maaien van de waterplanten heeft absoluut effect, maar dat is wel tijdelijk. Bestrijding van de overlast van waterplanten voor watersporters en -recreanten heeft dan ook permanente attentie van het Watersportverbond. ,,De overlast is wel zodanig groot dat we veel aandacht geven aan én vragen voor het beheer van waterplanten, en dat ook verlangen van alle betrokkenen’’, aldus Marc de Nies, belangenbehartiger van het Watersportverbond.
Levensgevaarlijke situaties
Recent onderzoek onder watersporters heeft geleerd dat een groot deel van hen er ook in 2024, net als voorgaande vaarseizoenen, weer last van heeft gehad. Het Watersportverbond kreeg niet alleen meldingen over ongemak, maar ook over serieuze materiaalschade en lichamelijk letsel. Er werd in een aantal gevallen zelfs gewag gemaakt van ‘levensgevaarlijke situaties.’
De Nies: ,,Na bekendmaking van de resultaten van de enquêtes over zowel 2023 als 2024 hebben ze her en der wel met de ogen zitten knipperen. De vaarwegbeheerders hadden geen idee dat de veiligheidsrisico’s zo nu en dan groot zijn.”
Instanties als Rijkswaterstaat, de provincies en de waterschappen zijn zich er, mede dankzij de inspanningen van het Watersportverbond, ook meer en meer van doordrongen dat overlast van waterplanten geen lokaal of regionaal issue meer is. Ze zijn bereid om, met het Watersportverbond, de verenigingen en watersporters, na te denken over een noodzakelijke, landelijke aanpak. De Nies: ,,De urgentie en de omvang van het probleem, zoals wij dat als watersporters onderkennen, is lang niet zo ervaren door de verschillende overheidsinstanties. Het maaien en beheer dat tot op heden werd gedaan was onvoldoende. Maar wij zien een kentering.”
Winstwaarschuwing
Het Watersportverbond en HISWA-RECRON hebben samen de rol van projectleider van het project Actualisatie Handreiking Waterplanten Maaibeheer van Rijkswaterstaat op zich genomen. Sinds medio september wordt gewerkt aan een nieuwe versie van het document, dat twaalf jaar geleden werd opgesteld en waarvan de richtlijnen – zoals het één keer maaien per jaar tot 60 centimeter vanaf de bodem - niet toereikend zijn. De Nies: ,,Ik moet hierbij nog wel een ‘winstwaarschuwing’ afgeven, want de eerste berichten van Rijkswaterstaat nu zijn dat het wel enkele jaren kan duren voor de nieuwe Handreiking er is. Wij dringen aan op meer vaart.”
Dat partijen samen optrekken is echter wel bemoedigend. Rond het IJsselmeergebied intensiveren Rijkswaterstaat, de provincies en omliggende gemeentes hun samenwerking, in een vernieuwde samenwerkingsoverkomst. Waar in de loop der jaren veel verenigingen, gemeenten, plassenbeheerders en waterschappen individuele initiatieven namen om onder meer de overdadige groei van fonteinkruid en cabomba tegen te gaan, en in het vaarseizoen regelmatig te ‘maaien’, is tot tevredenheid van het Watersportverbond inmiddels de conclusie getrokken dat een gezamenlijke aanpak meer zoden aan de dijk zet.
Het Watersportverbond probeert daarom ook nog alle waterschappen tot nauwer overleg over beheer van waterplanten te verleiden, zodat werkzaamheden op elkaar afgestemd kunnen worden.
Landelijke projectgroep
Het Watersportverbond kent een landelijke projectgroep waterplanten. Die heeft de afgelopen maanden hard gewerkt aan een nieuwe handleiding voor verenigingen. Een aantal gewijzigde procedures, als gevolg van de nieuwe Omgevingswet, moet nog worden verwerkt, maar de handleiding zal niet lang meer op zich laten wachten. Verenigingen kunnen erin onder meer vinden bij wie ze hun meldingen kunnen doen.
De Nies: ,,Ons advies is contact op te nemen met jouw regioteam van het Watersportverbond. Daarin zitten de experts die veel kennis van zaken hebben. Zij kunnen ervoor zorgen dat de informatie terechtkomt bij het samenwerkingsverband dat voor het specifieke water het onderhoud doet. Op die manier kunnen we gestructureerder problemen proberen op te lossen. Probeer niet zelf wat te redderen, maar zoek de samenwerking.’’
In de speciale, landelijke waterplanten-projectgroep van het Watersportverbond zitten behalve enthousiaste watersporters onder meer ook een ervaren ecoloog. Bovendien werd door het Watersportverbond in het afgelopen jaar contact gezocht en overleg gevoerd met wetenschapper Michiel Verhofstad, de schrijver van het enige Nederlandse proefschrift dat ooit over woekerende waterplanten in Nederland werd geschreven.
Ook zijn aannemers bezocht die in verschillende delen van het land de waterplanten maaien in opdracht van de vaarwaterbeheerders. Zo is gekeken hoe men in het Oldambtmeer te werk gaat. Belanghebbenden proberen daar in overleg een goede balans te houden tussen voldoende waterplanten en waterkwaliteit en voldoende vaarwater.
Harken
Er zijn bovendien contacten gelegd met een aannemer die gespecialiseerd is in het harken van waterplanten, met een methode die recent door de EU is gecertificeerd. Dit leverde nieuwe inzichten op en een mogelijk nieuwe, effectieve methode van bestrijding. De komende vijf jaar worden in de Weerribben de waterplanten uit het water geharkt, met het doel daarna de problematiek onder controle te hebben.
In 2024 had de watersport trouwens, in vergelijking met voorgaande jaren, relatief weinig last van waterplanten. De exacte oorzaken daarvan worden nog onderzocht. Niettemin ontving De Nies tussen 8 augustus en 8 september op zijn oproep om incidenten in de zomer van 2024 te melden toch liefst 333 meldingen: 212 keer werden waterplanten in de schroef gemeld, 108 maal was een vaartuig onbestuurbaar, 72 keer liep het vast. Havens waren niet toegankelijk (45 meldingen), wedstrijden konden geen doorgang vinden (25 keer), er was hulp van buitenaf nodig (16 keer) en als eerder gemeld was er ook materiaalschade (12 meldingen), lichamelijk letsel (7 keer) en elf maal sprake van een levensgevaarlijke situatie. ,,Al met al toch een serieus aantal serieuze problemen’’, constateerde De Nies.
Landelijk probleem
De eerder uitgevoerde peiling voor 2023, die ruim 1700 meldingen opleverde, toonde al eerder aan dat de problemen zich lang niet altijd alleen maar voordeden in de tot ‘probleemgebied’ benoemde Randmeren en het Markermeer. ,,Dit speelt echt landelijk. En niet alleen zeilers en motorbootvaarders melden overlast, maar ook surfers, kanovaarders en SUP'ers. Het is goed dat dat besef er inmiddels overal is.”
Het Watersportverbond roept overigens watersporters én verenigingen op in de toekomst wel gewag te blijven maken van hinder door waterplanten. De Nies: ,,We hebben gemerkt dat hier en daar wat berusting was opgetreden. Omdat er in het verleden veel over geklaagd was, maar er weinig mee gebeurde. Dat moet echter geen reden zijn om je nu maar stil te houden of de boot te verplaatsen naar een haven waar men minder last heeft van waterplanten. We moeten allemaal én overal kunnen genieten van onze favoriete hobby.”