Fusie in de kanowereld; ik ben voor

Arno van Gerven is directeur van het Koninklijk Nederlands Watersportverbond. Iedere week snijdt hij actuele onderwerpen in de watersport aan. Wil je reageren? Doe dat op arno.van.gerven@watersportverbond.nl.

24 juni 2021

Luister. Dit is de kwestie. De kano-kwestie. Er zijn twee verenigingen in dezelfde stad, in dezelfde wijk, die gaan fuseren. De ene vereniging is aangesloten bij de Toeristische Kano Bond Nederland (TKBN) en de ander bij het Koninklijk Nederlands Watersportverbond (KNWV). Door de fusie ontstaat een aantrekkelijk nieuwe vereniging die door de krachtenbundeling veel meer voordeel kan bieden. Mooi nieuws voor de leden. Maar nu komt het. Bij wie sluit de kersverse kanoclub zich aan? Is dat bij de TKBN of het KNWV? In beider statuten staat namelijk: lid worden van onze bond kan alleen als je álle leden van de verenigingen inschrijft. Niet slechts een deel. Dus dat wordt kiezen. Met als gevolg dat een deel van de leden ontevreden zal zijn, omdat ze ooit bewust hebben gekozen voor het lidmaatschap bij de TKBN of het KNWV. Als je een overtuigd NRC-lezer bent, omdat je daar het meest mee hebt, zit je er niet op te wachten dat iemand voor jou besluit dat je voortaan je nieuws maar hebt te halen uit de Volkskrant.

Daarom heb ik vandaag samen met Ab Reinders, bestuurslid kano bij het KNWV, gesproken met de bestuurders van de Rotterdamsche Cano Club (RCC) en de Kralingse Cano Club Never Dry. Geweldige naam trouwens, maar dat terzijde. Met hen heb ik gesproken over een mogelijke oplossing, want ik juich het toe dat clubs fuseren. Het is de wereld op z’n kop, dat ze door ons voor een dilemma staan. De verenigingen kunnen er immers niks aan doen dat er twee bonden zijn die feitelijk hetzelfde belang behartigen: dat van de kanovaarder. Nu zullen er verschillen zijn tussen de TKBN en het KNWV, zo wordt van de een beweerd dat er meer oog is voor de recreatiesport en de ander meer focust op sport, maar daar zijn de kanogeleerden het lang niet over eens. Hoeft ook niet. In mijn ogen is het bizar dat er twee koepelorganisaties nodig zijn om het belang te dienen van de kanoër. Onzin. Samen ben je veel sterker. Maar een Nederlander heeft de hinderlijke neiging om als er iets niet zint, zelf iets op te richten. Kijk naar het parlement. Al die partijen kun je zien als een voordeel. Hoe pluriformer des te beter, iedereen een stemgeluid, toch zal formateur Mariëtte Hamer daar inmiddels andere gedachten over hebben.

Omdat dit soort kwesties vaker zullen voorkomen, is een maatwerkoplossing voor de twee Rotterdamse verenigingen makkelijker gezegd dan gedaan. Door de precedentwerking die ervanuit zal gaan, zal er nodeloze energie vloeien naar een ratjetoe aan afspraken. Zo beschouwd is er maar een echte oplossing: een fusie tussen de twee bonden. Daar zouden wij voor moeten gaan, worden álle leden beter van.

 

Reageren?

Arno van Gerven is directeur van het Koninklijk Nederlands Watersportverbond. Iedere week snijdt hij actuele onderwerpen in de watersport aan. Wil je reageren? Doe dat op arno.van.gerven@watersportverbond.nl.

Deel dit artikel:

De partners van het Watersportverbond