Stop het uitvergroten van de verschillen in de kanowereld

Stop het uitvergroten van de verschillen in de kanowereld, column Arno van Gerven directeur Watersportverbond

Een kennis uit Haarlem, die aan het Donkere Spaarne woont en mij regelmatig op de hoogte brengt van wat hem zoal opvalt aan de watersport in de stad, is dinsdagavond een ervaring rijker geworden. Toen hij tegen middernacht nog een ommetje maakte, onttrok zich aan het duister op het water een gestalte, een kanoër, van top tot teen gehuld in het zwart, die stoïcijns peddelend voorbijkwam. De kennis vroeg zich af dit de nieuwe trend is: kanoërs die bij nacht en ontij in hun uppie het water opgaan.

Hoewel ik het antwoord niet heb, weet ik inmiddels door mijn werk bij het Watersportverbond hoe kleurrijk en interessant de kanowereld is. Deze vrijetijdssport biedt een grote diversiteit aan mensen, materiaalkeuzes en manieren waarop het beoefend wordt en ontspanning biedt. Wat dat betreft is het enigszins vergelijkbaar met de motorrijder, waarvan er ook oneindig veel soorten en types lijken te zijn, maar die onderweg vanuit een gemeenschappelijk gedeelde passie wel allemaal hun hand even naar elkaar opsteken.

Om die reden kijken wij als Watersportverbond het liefst naar plekken waar kanoërs te water gaan, zoals de perfecte steiger aan het kanaal, waar het eerste app-groepje ontstaat, vakantieparken en natuurlijk verenigingen. Daar zetten we vooral in op verenigingsondersteuning, belangenbehartiging en opleidingen. Wat wij door die benadering zien, is dat wij samen met verenigingen steeds meer individuele recreatiekanoërs kunnen helpen.

Toch is bij een klein deel van kanoënd Nederland het beeld ontstaan, dat het Watersportverbond er alleen maar zou zijn voor de wedstrijdkanoër en weinig oog heeft voor de recreatieve kanovaarder. Nou kun je daar je schouders voor ophalen, omdat het simpelweg niet klopt, ware het niet, dat de kanoverenigingen die bij ons zijn aangesloten, er tekort door worden gedaan. Want deze bestaan niet alleen voor het allergrootste deel uit recreatieve leden, maar bieden daarnaast álles wat een individuele kanoër belangrijk vindt om lid te worden van een vereniging. Zoals: andere mensen ontmoeten, kanostalling, goede instructeurs en de organisatie van verrassende tochten en excursies.

Los daarvan, is de vraag, waarom het verschil tussen een wedstrijdsporter en een recreant in bepaalde kringen zo groot wordt gemaakt. Zou een wedstrijdsporter niet geïnteresseerd zijn in mooie toertochten? Of alleen maar zo snel mogelijk van de start naar finish willen racen?

Het tegendeel is waar.

Stop daarom met het uitvergroten van de verschillen, laten we ons vooral richten op de overeenkomsten. Ondertussen hoop ik, dat onze verenigingen zoveel mogelijk gaan samenwerken om in de brede behoefte van een groeiende groep kanovaarders te voorzien.

Reageren?

Arno van Gerven is directeur van het Koninklijk Nederlands Watersportverbond. Iedere week snijdt hij actuele onderwerpen in de watersport aan. Wil je reageren? Doe dat op arno.van.gerven@watersportverbond.nl.