Waarom wij actief zijn in internationale watersportfederaties

Waarom wij actief zijn in internationale watersportfederaties

Vraag die mij regelmatig wordt gesteld: wat doen jullie nou eigenlijk bij het Watersportverbond? Bij het antwoord vergeet ik meestal stil te staan bij onze internationale rol. Denk daarbij aan de vertegenwoordiging binnen allerlei federaties, zoals World Sailing, de International Canoe Federation (ICF) en de European Boat Association (EBA). Maar ook ver daarbuiten zijn onze vrijwilligers actief en veel gevraagd.

Hoe dat komt? Nederland is een waterland: we bevaren de oceanen, zijn uitvinders van de Deltawerken en baggeren in alle werelddelen. Daarbij blijven onze watersportprestaties niet onopgemerkt en internationaal is men onder de indruk van onze sporters en coaches. Ook de Watersportverbond-aanpak springt steeds meer in het oog. Hierdoor was ik deze week zelfs op Chinese televisiebeelden te zien: reportage over ons topsportbeleid, duurzaamheid en hoe wij de volgende generaties winnen voor de watersport.

Het is daarom niet zo gek dat je over de hele wereld landgenoten tegenkomt in diverse internationale watersportorganisaties, verspreid over een fijnmazig systeem van commissies en werkgroepen. Willem Dekker is een van bekendste. Hij is voorzitter van de EBA en Remco de Goederen bekleedt mede namens de Belgen een zetel in de World Sailing Council. Daarnaast is een leger aan vrijwilligers actief, dat binnen internationale samenwerkingsverbanden fantastisch werk verzet. Geen sinecure: omdat je zowel diep in bepaalde onderwerpen moet zitten als slim door zo’n organisatie dient te manoeuvreren.

Hoe dan ook, er zijn vier redenen waarom het Watersportverbond actief is in de internationale watersportnetwerken:

1. Invloed uitoefenen

Steeds meer nationale regelgeving wordt internationaal bepaald. Hierover willen wij aan de bron meepraten en richting geven. De onderwerpen zijn heel divers: van het vaarbewijs tot de lozing van toiletwater en van windmolenparken tot nieuwe wedstrijdregels en -disciplines.

2. Kennis delen en inspireren

Overal ter wereld worden windmolenparken gebouwd. Maar hoe houd je ze voor de recreatieve vaart bevaarbaar? In Scandinavië zijn interessante voorbeelden te vinden. Kortgeleden hebben wij onze minister nog kunnen wijzen op een interessant initiatief uit Denemarken. Daarnaast is er veel te leren op het gebied van opleidingen. Neem Nieuw-Zeeland. In dit watersport gekke land worden op dit moment in de opleidingsplannen succesvolle koppelingen gemaakt tussen de tien Olympische disciplines en het oceaanvaren. Weer van een geheel andere orde, is het onderzoek naar The Black Water Facilities; ofwel hoe los je het probleem op van het overboord kieperen van je toilet. In Finland zijn de gratis pompfaciliteiten een succes, terwijl het in Zweden minder goed loopt omdat daar om muntjes wordt gevraagd.

3. Topsportsucces

Slechts een voorbeeld, maar door onze internationale contacten hebben wij nu al één van de beste trainings- en verblijfsplek in de haven van Marseille voor de Olympische Spelen in Frankrijk. Ook draaien Nederlandse officials mee bij het Jeugd WK in Oman. Voorbereiding op het Jeugd WK en het WK in Nederland.

4. Innovaties en doorbraken

Foilen was wereldwijd niet zo snel populair geworden, als Dorian van Rijsselberghe het niet zo onder de aandacht had gebracht van de internationale federaties.

Ondertussen zijn er ook wel wat kanttekeningen te plaatsen. Zo worden bijeenkomsten en  evenementen binnen de internationale watersportfederaties steeds vaker georganiseerd in landen waarvan je je afvraagt wat we daar te zoeken hebben. Verder zijn er enkele wonderlijke onderzoeken, waaronder de proef in de Oostzee naar onderwatergeluid van schepen.

Als dat alles is.

Reageren?

Arno van Gerven is directeur van het Koninklijk Nederlands Watersportverbond. Iedere week snijdt hij actuele onderwerpen in de watersport aan. Wil je reageren? Doe dat op arno.van.gerven@watersportverbond.nl.