Rondje Razende Bol bij Texel

Lees hier de blog van Sophie Hendriks en Saskia van Bergen over hun rondje Razende Bol bij Texel met de kano en laat je inspireren.

Zeehonden, ruwe branding en een enorme klotsbak op het Wad

Sophie en Saskia maken met een groepje mede peddelaars van Kano Rijnland, een avontuurlijke tocht over de Razende Bol bij Texel. Het is de eerste tocht sinds de corona uitbraak en het voelt voor de hele groep als een echt avontuur. Dat het een avontuurlijke tocht is geweest blijkt onder andere uit de snelheden die Saskia bij thuiskomst op haar teller afleest.

Avontuur start in de auto

Saskia: Eindelijk weer op avontuur! De tocht rondom de Razende Bol stond al langer op het programma, maar een tijd lang moesten we alle clubactiviteiten annuleren, en ik was even bang dat we dit seizoen helemaal niet meer op groot water konden varen. Maar nu durven we het wel weer aan. Met een klein groepje ervaren vaarders, en ieder in zijn of haar eigen auto, maar toch, de zee op! Zelfs de autorit van Leiden naar Het Kuitje bij Den Helder lijkt plotseling exotisch: Zijpersluis, Burgervlotbrug, Sint Maartensvlotbrug, Blauwe Keet. Ik rijd met de ramen van mijn micra open, en geniet van de zon, het boerenland en de bootjes op het Noordhollands kanaal.

Sophie: Op de heenweg rijden Frank en ik langs garage Bakker, Frank verzint hun slogan ‘wij smeren uw auto, niet uw brood’, langs de verkoop van bloemen en bollen, ‘blumen und zwiebeln’ en een stuk in tegengestelde richting voor een tankstation. Frank wil er koffie drinken en naar het toilet, maar die blijkt buiten gebruik te zijn wegens corona. Onzin, tankstations hadden de toiletten allang weer open. We fantaseren over op het terrein poepen en stront op het raam smeren. Ondertussen horen we de tomtom, Google Maps, voor de dubbelcheck, en mijn mobiel tegelijk snateren terwijl we op de rotonde de verkeerde afslag nemen. De telefoon, dat zijn Karka en Freek die ons in tegengestelde richting hadden zien rijden. Chaos.

Eenmaal aangekomen gaat alles voorspoedig, Frank houdt de briefing over het eerste deel van de tocht. We fantaseren dat er hoela-meisjes en jongens zullen zijn op Texelse strand. Op het slik lopen pluis babyeendjes en hun zwart, wit, bruine ouders.  Freek groet zijn oude kano, nu de mijne, en hij raadt mij aan om hem zo te slepen dat er geen zand in de scheg komt. Hij zegt dat hij ook vaak met scheg voer met deze kano, iets waar ik mij voor schaam het nodig te hebben.

Uiteenlopende omstandigheden op hetzelfde water

Saskia: De route gaat van Het Kuitje naar Texel, met een kleine pauze op de Hors, dan linksom via de Razende Bol en met flinke stroom mee terug naar het startpunt. De weersvoorspellingen zijn goed: zon, beetje wolken en windkracht 3-4. Ideale omstandigheden. Razende Bol is de naam die de bewoners van Texel hebben gegeven aan Noorderhaaks, een van de ondieptes in het Marsdiep. Je zou het zelfs een van de nieuwe waddeneilanden kunnen noemen.

Het gebied tussen Den Helder en Texel staat bekend als dynamisch. Door de verschillen in diepte tref je er op één en dezelfde dag uiteenlopende omstandigheden en golven aan, ideaal gebied dus om je kano-skills te trainen. Vanaf het Kuiltje starten we vlak, met overal om ons heen kleine waterkolkjes die stroming aanduiden. De oversteek naar de Hors biedt heerlijke deining van opzij. Als we na een pauze via de westzijde om Noorderhaaks keren zien we plotseling overal schuimkoppen. De branding lijkt hier wel midden in de zee te liggen. Voor we het weten zijn we midden in een enorme klotsbak verzeild geraakt. Geen hoge golven, maar je moet blijven opletten want ze lijken wel van alle kanten tegelijk te komen.

Jacqueline lijkt dit alles niet te deren. Ze blijft de hele dag onverstoorbaar met hetzelfde ritme door peddelen. Het ziet er jaloersmakend elegant uit. Ik probeer meerdere keren achter haar te varen om haar peddelslag te imiteren, maar ik beuk en ploeter en raak telkens achterop.

De uitverkorene

Sophie: Op het hoelastrand geen jongens en meisjes. We bespreken onze snoep herinneringen: Saskia en haar broer kregen een gulden mee naar het zwembad, groene kikkers, sleutelhangers, Jacqueline ziet de snoepwinkel van vroeger weer voor zich, Freek had af en toe een aanval en stortte dan zijn spaarpot leeg om zich misselijk te eten aan drop en salmiak. Karka gebruikt lege schelpen als vorm en maakt zandtaartjes, voor ieder één. Frank houdt weer een briefing. Terug op zee varen wij tussen twee brandingen door. Wij minus Frank, die horen we verderop joelen.

We passeren een strand met grijze zeehonden. Een aantal zwemt naar ons toe en Saskia en ik zien het figuur van een van hen door het lage water. Later blijkt dat dit dier ons gevolgd is, Freek wijst mij er op dat hij al een hele tijd achter mij aan zwemt. Ik voel mij uitverkoren en houd soms mijn peddel omhoog want het dier zwemt direct naast de kano. Later zwemt het naast anderen, niet meer uitverkoren.

Saskia: Wanneer we aan de zuidzijde noorderhaaks passeren zien we overal koppies van grijze zeehonden die ons nieuwsgierig nastaren. Een dapper jong dier waagt het erop. Ik zie eerst zijn schaduw, rechts van mij vlak onder het water. Plotseling keert hij om en kijkt me verbaasd aan. Vervolgens vaart hij kilometers lang met ons mee. Hij maakt kurkentrekkers achter en onder onze boten, speelt met toggles en steekt af en toe blij zijn hoofd boven water. Wanneer we aan land gaan om te pauzeren blijft hij nog lang in de branding op ons wachten. Ik voel me bijna schuldig dat we dit leuke spel zomaar hebben afgebroken.

Razende Bol doet naam eer aan

Sophie: Groene zee, rafelige branding, vaal land, meeuwen strak wit op strak blauw, het lijkt een platte collage, deze effen kleuren op elkaar. We bespreken of we langs de bol varen, om esthetische redenen, of langs de kust om zo veel mogelijk gebruik te maken van de stroming, het wordt een compromis.

Saskia: De wind is aangetrokken en inmiddels staat er een stevige branding. Ik duik er vol enthousiasme in maar wanneer er een fikse golf op me afkomt, buig ik van schrik achterover een steek mijn peddel in de lucht. Meteen voel ik een koude klets water op mijn buik. Brrr….. Ik baal, die peddel had ik natuurlijk in de golf moeten steken.

Tien minuten later heb ik geen tijd meer om na te denken over iets onbenulligs als een druppel water in mijn anorak. De golven slaan me om de oren, en ze volgen bizar dicht op elkaar. Waar komen die ineens vandaan? Het gebiedje blijkt wel degelijk op de kaart te staan, aangegeven met kleine rimpeltjes. Ik snap ineens waar de naam Razende Bol vandaan komt. Mijn Romany vermaakt zich ondertussen overigens prima. Als een blije hond die maandenlang niet in het bos is geweest vliegt ie door de golven, en maakt af en toe een grote vreugdesprong.

Briefing in etappes bevalt goed

Sophie: Op de terugweg stromen we in flinke vaart langs een groene boei, de mannen spelen in het keerwater, en bij de hoek naar het kuitje manoeuvreren we snel, anders spoelen we er aan voorbij. Een gewone zeehond steekt de kop boven water en Lepelaars zeven het wad.

Er wordt een aantal rollen gemaakt en ik sla mijn peddel ditmaal bijna op de kop van de pluiseendjes, vader en moeder vliegen schetterend door de lucht. Aan land vragen we de mannen waar we het meeste rekening mee houden, stroming of wind. We bedanken Frank, een briefing in etappes beviel.

Frank rijdt achteruit weg want er loopt een pad met mieren voor de auto langs. We eten bij snackbar De Ooievaar. De eigenaar voedt de huismeeuw, hij noemt hem ´de keurmeester’ en vertelt dat hij op vrijdag kip eet op het Leidseplein ‘dan komt hij terug, onder de kip kruiden’. Hij heeft er een heel verhaal omheen en ik geloof het, tot ik bedenk dat op het Leidseplein helemaal geen markt is. Frank geloofde er al direct niks van. Een grijze kouw met lichte oogjes aast op onze patat.

Statistieken van de tocht

Saskia: Wanneer ik bij thuiskomst mijn navigatie-gegevens controleer blijken we bijna 32 km te hebben gevaren. Wat een heerlijke dag was dit! Volgens mijn navigatie hebben we wel over de Razende Bol heen gevaren. Dat komt waarschijnlijk doordat het eiland wandelt. Langzaam maar zeker schuift het op richting Texel. De kaarten lopen dus steeds een beetje achter op de werkelijke situatie.

Minder makkelijk verklaarbaar is dat onze maximumsnelheid volgens mijn gegevens 69,9 km/u is geweest. Het stroomde inderdaad wel hard dat laatste stukje langs Den Helder. Maar bijna 70.. dat moet toch wel een foutje zijn? Tegelijk denk ik, jawel, met een tochtleider als Frank, de snelheidsduivel in eigen persoon, bij wie het woord “gas!” op de borst staat getatoeëerd, kan je toch niet voor minder gaan.

 

Door: Sophie Hendriks en Saskia van Bergen

De partners van het Watersportverbond