(Water)toeristenbelasting

Watertoeristenbelasting: controleer altijd de heffing

Heb je als vereniging met (water)toeristenbelasting te maken? Wees dan kritisch op de belasting die de gemeente heft voor ligplaatsgebruikers van buiten de gemeente. Lees de verordening goed na en bekijk welke wijze van berekening het beste bij jouw vereniging past. Wil je een berekening op basis van werkelijke aantallen, dan moet je hier meestal nadrukkelijk om vragen. Je kunt als vereniging bezwaar maken tegen de aanslag wanneer die mogelijk niet klopt. 

Inmiddels wordt er in 305 van de 344 gemeenten toeristenbelasting geheven. De meeste verenigingen zullen hier dan ook mee te maken hebben.

De wettelijke basis voor toeristenbelasting is artikel 224 van de Gemeentewet: 

  1. 1.   Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, kan een toeristenbelasting worden geheven.
  2.   Voor zover de belasting wordt geheven van degene die gelegenheid tot verblijf biedt, is deze bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

De belasting wordt dus geheven van de watersportorganisatie (vereniging), niet van de ligplaatsgebruiker van buiten de gemeente. De watersportorganisatie verhaalt de belasting voor 100% op de gebruiker van de ligplaats.

Eén verordening

Een gemeente kan alleen toeristenbelasting heffen als er een verordening is die dat regelt: een verordening toeristenbelasting óf een verordening watertoeristenbelasting. De ene verordening sluit de andere uit. Val je onder de verordening toeristenbelasting, dan is er dus géén verordening watertoeristenbelasting. Val je onder de laatstgenoemde verordening? Dan kan je niet ook onder de verordening toeristenbelasting vallen. Voor het overige is er eigenlijk geen verschil.

 

Wat is er in de verordening geregeld?

Als je als vereniging te maken hebt met toeristenbelasting is het zaak om de verordening goed na te lezen, in de verordening wordt namelijk een aantal zaken geregeld:

  • Voor wie de verordening geldt (meestal is dat de letterlijke aanhaling van wat hierboven onder lid 1 staat); 
  • Wat het belastbare feit is (een overnachting, een verblijf, een overtocht, een rondvaart);
  • Welke uitzonderingen en/of vrijstellingen van kracht zijn; 
  • Op welke wijze de belasting berekend wordt;
  • Hoe de belasting geïnd wordt.

 

Hoe wordt de belasting berekend? 

De wijze van berekening is een soms lastig onderwerp: soms is het 

  • gewoon een bedrag per belastbaar feit per persoon; 
  • soms wordt gebruik gemaakt van een berekeningstabel, waarbij de kosten bijvoorbeeld worden bepaald door de lengte van het schip. De lengte, het aantal belastbare feiten en het aantal personen wordt dan gesteld op een aantal maal het tarief. Het is dus zaak om de verordening goed na te lezen.

In vrijwel alle verordeningen worden twee berekeningswijzen gepresenteerd. 

  • De forfaitaire manier (bijvoorbeeld zoals hier boven staat beschreven). Meestal is die gebaseerd op een gemiddeld verblijf per boot en aantal personen per jaar.
  • De watersportvereniging verzoekt om aangeslagen te worden op het werkelijke aantal belastbare feiten. Dit gebeurt dan vanuit de eigen registratie van ligplaatshouders en passanten uit andere gemeenten. 

Doorgaans staat in de verordening dat dit laatste alleen toepasbaar is als het werkelijke aantal lager is dan wat in de forfaitaire manier is gesteld. Maar let wel op: de forfaitaire wijze van heffing heeft vrijwel altijd de voorrang (als de forfaitaire berekeningswijze het eerst is vermeld in de verordening, wat vrijwel altijd het geval is). Je moet dus én de verordening lezen én uitdrukkelijk vragen om heffing op basis van werkelijke aantallen.

Bezwaar maken 

Als in jouw gemeente een verordening toeristenbelasting van kracht is kun je hiertegen geen bezwaar maken. Als de gemeenteraad nog moet besluiten een verordening toeristenbelasting in te voeren, dan kun je de raadsleden en gemeente benaderen om je bezwaren kenbaar te maken.  

Je kunt eventueel wel een bezwaar maken tegen de aanslag. Dit doe je bij het college van burgemeester en wethouders of een ander bestuursorgaan dat de verordening uitvoert.  Levert dat niet het gewenste resultaat op? Dan kan je in beroep bij de rechtbank en in hoger beroep bij het Gerechtshof. Vanaf het moment dat je in beroep gaat, betaal je griffiekosten. Doe dat op tijd, want betaling buiten de termijn levert niet-ontvankelijkheid op. Dit betekent dat de rechter de zaak niet inhoudelijk beoordeelt, maar de eis afwijst.

 

April 2023

Uitgelichte artikelen

De partners van het Watersportverbond