Soms lijkt het alsof je in de verkeerde Teamsmeeting bent beland, maar dan live. Dat gevoel had ik toen tientallen accountmanagers van Rijkswaterstaat - bekend van onze bruggen, sluizen en infrastructurele uitdagingen - hun jaarlijkse bijeenkomst bij ons op kantoor hielden. In Utrecht. Bij het Watersportverbond.
In een flits zag ik mezelf de deur op slot draaien en als een soort John Cleese voor het raam verschijnen - megafoon in de hand - om het verbouwereerde gezelschap mijn wensenlijstje voor te lezen: hinderprojecten vóór de lente van tafel, landelijke maaivrijheid zodra het eerste groene sliertje opduikt, én vrije doorgang in de windparken. Gelukkig kwam ik op tijd bij zinnen en koos ik voor koffie.
"Watersporters merken het misschien niet meteen, maar onder de oppervlakte draait de diplomatieke machine van het Watersportverbond op volle toeren en soms met oorverdovend resultaat”
Dooddoener of niet: discrete duwtjes werken meestal beter dan stampij voor de schermen. Dat zie je bijvoorbeeld bij de waterplanten, onze Groene Gruwel. Jarenlang ging het debat over hinder en veiligheid versus natuur en milieu. Gelukkig zijn we dat stadium voorbij. Er ligt nu een uitzonderlijke vergunning van Rijkswaterstaat voor ons topsportevenement - een toestemming die zelden wordt afgegeven - die nu als aanknopingspunt dient voor grotere en frequenter te maaien gebieden. Via Waterplanten.nu melden watersporters zelf waar de problemen ontstaan. De techniek - waaronder de Maaicat en autonome maaiboten - staat klaar. En waterbeheerders kunnen niet meer zeggen dat ze het niet wisten.
Ook bij de infrastructurele uitdagingen die ons land rijk is, schuift er iets. In Noordwest Nederland zitten we nu niet alleen aan bij de route-overleggen, maar ook bij de escalatie-momenten. Rijkswaterstaat actualiseert op ons verzoek jaarlijks het meerjarenplan instandhouding 2025 -2030. Regioteams nemen onze wijzigingsvoorstellen rechtstreeks mee naar projectteams - precies waar ze het meeste effect hebben.
Dan de lokale regels, een creatief genre op zichzelf. Amsterdam wilde zelfs kanovaarders verplichten een Doorvaartvignet aan te schaffen. Dankzij vasthoudende vrijwilligers, Watersportverbond-medewerkers en scherpe juristen is dat voorkomen. De centrumzone is aangepast en de overgangsregeling verlengd. En ondanks lopende rechtszaken is het contact met ambtenaren opmerkelijk constructief. In de wandelgangen erkent men inmiddels dat emissieloze pleziervaart in 2030 vooral theoretisch haalbaar is.
Helaas is in Weesp het vignet wél ingevoerd, maar – goed nieuws – er wordt niet op gehandhaafd. Zaanstad wilde het Amsterdam-model kopiëren, maar onder ons stille protest, is dat plan teruggestuurd naar de tekentafel.
Ondertussen krijgen we landelijk minstens evenzoveel positieve verandering in gang. In Natura 2000-gebieden zien we een duidelijke beweging richting voorlichting en gedragscodes in plaats van reflexmatige afsluitingen. Maatregelen moeten voortaan worden onderbouwd met degelijk onderzoek. Daarbij is de geplande uitbreiding van het Klein Vaarbewijs geremd: de cijfers rechtvaardigen het niet en dat dringt door in externe rapportages. Voor windparken groeit het draagvlak voor vrije doorvaart. Weliswaar langzaam, gestaag, maar onmiskenbaar.
Stille diplomatie werkt nu eenmaal als een fluisterboot: je hoort hem nauwelijks, maar het effect is soms oorverdovend en altijd met behoud van ieders waardigheid én de natuur.
Wie begon er over een vignet?
Arno van Gerven is directeur van het Watersportverbond. Hij schrijft twee keer per maand een column over de onderwerpen die in de watersport leven. Van Gerven probeert daarmee een breed lezerspubliek – van leden tot politiek – met een knipoog te laten kijken naar kansen en ontwikkelingen in recreatie en sport. Daarbij maakt hij gebruik van alle stijlmiddelen die een schrijver van een opiniestukje ten dienste staan. Wilt u reageren, e-mail naar arno.van.gerven@watersportverbond.nl.
