Rondje Loosdrecht theehuis

Rondje om Loosdrecht

Een rondje om de Loosdrechtse Plassen betekent in dit gebied altijd dat we een deel ervan over de Vecht zullen varen. Daar verheugen we ons natuurlijk al bij voorbaat op. Maar het is ook interessant om te weten of de Drecht, de 's-Gravelandse vaart en het Hilversums Kanaal aantrekkelijk zijn.

Kenmerken 
        • type vaartocht :  rondje om de plassen via de omliggende rivieren en vaarten
        • karakteristieken : mooiste rivier van ons land (Vecht), buitenplaatsen, priëlen, tuin- en botenhuizen, prachtige bruggen
        • meerdere vaste bruggen van 2m40
        • in het rondje liggen 3 sluizen
        • beperkingen : geadviseerde diepgang 1m45

 

Rijkman Groenink stond toch niet in de eerste plaats als molenaar bekend …

  

Aan de ‘toertochten per motorboot’ van deze website voegen we elke maand een toertocht toe die is ontleend aan het boek ‘Hollands water’. Wellicht doen wij je er een plezier mee op dit boek (300 pagina’s puur vaarplezier) te wijzen als een geslaagd cadeau.

Je kunt het hier bestellen. 

© Pim van der Marel 2024

Drecht

De Drecht is een eeuwenoud riviertje dat aan de basis heeft gelegen van het gebied dat hier gevormd is. Vroeger was het land hier moerasland. Het lag tussen het gebied van de Heren van Amstel en de Bisschop van Utrecht. Eind van de 12e of begin van de 13e eeuw schenkt  - de dankzij Vondel zeer bekende - Gijsbrecht het moerasland aan zijn zoon. Die laat een hele serie ontwateringssloten graven naar de Drecht. Zo is de prachtige Ster van Loosdrecht ontstaan. Dit natuurgebied is niet voor motorvaart toegankelijk maar nog altijd wel prachtig herkenbaar vanuit de lucht. We gaan vanuit de jachthaven bakboord uit de Oostelijke Drecht op.

’s Gravelandse Vaart

Op het punt waar je op de Oostelijke Drecht niet meer verder kunt, vaar je bakboord uit de ’s Gravelandse Vaart op. Dit is een rechte vaart met aan bakboord een brede milieuberm, die voor een natuurlijke oever zorgt. De vaart is gegraven in 1634 waarbij zoveel mogelijk gebruik werd gemaakt van bestaande wateren. Na een kleine kilometer vaar je onder een vaste brug van 2m40 in de Oud Loosdrechtsedijk door. Aan het eind van de ’s Gravelandse vaart ligt de Raaisluis. Dit is een zelfbedieningssluis, waarover een beweegbare brug ligt. Zelfbediening betekent hier overigens alleen dat er geen sluiswachter is om je te schutten. Het hele proces inclusief de beweegbare brug is geautomatiseerd. Het zelf bedienen is dus een kwestie van op de goede knoppen drukken. En omdat iedere vaarweggebruiker dat moet kunnen, is dat natuurlijk gemakkelijk gemaakt. Het verval is ongeveer een decimeter en het schutten vergt dan ook weinig tijd. 

Hilversums Kanaal

Direct na de Raaisluis ligt een dubbele vaste brug van 2m40 hoogte in de N201, de provinciale weg Hilversum – Uithoorn. Na de brug kun je stuurboord uit naar Hilversum, dat hier op een steenworp afstand ligt. Wij kiezen ervoor om bakboord uit te gaan, richting de Vecht. De vaarweg heet het Hilversums Kanaal en is gegraven in de jaren 1933-1937.  Technisch adviseur van het project was ene Anton Mussert, een bekwaam waterbouwkundig ingenieur die we helaas beter kennen in zijn latere rol. Het tot stand brengen van het kanaal is te boek komen te staan als een gedurfd project in crisistijd.

In de richting van de Vecht voert het Hilversums Kanaal onder meer langs de Wijde Blik. Die is onderdeel van de Loosdrechtse Plassen maar alleen vanaf hier toegankelijk. Even later hebben we

aan bakboord het Fort Kijkuit. Het fort dateert uit 1844 en was een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Doorvarend bereiken we al snel de sluis ’t Hemeltje. Daar gaan we extra voorzichtig in, want we hebben gezien dat er maar weinig niet-huurboten zijn. De rinketten van de sluis moeten heel klein zijn, want overbruggen van het geringe peilverschil naar de Vecht duurt bijna 20 minuten. Dat is wel prettig voor al de huurboten, die daardoor een gemakkelijke sluispassage hebben.

Vecht

Om ons rondje te kunnen maken gaan we op de Vecht bakboord uit richting Vreeland. De lof van de Vecht als vaarweg is al vaak bezongen. En terecht, wat is dit toch een leuk vaarwater! Bij de grens van het dorp hebben we aan stuurboord windmolen De Ruiter. Die is in 1910 opgericht op de plek van een verbrande voorganger. Daarvoor is gebruik gemaakt van een overbodig geworden poldermolen uit 1776. Ze diende - met de ombouw - tot woning voor Rijkman Groenink, die toch niet in de eerste plaats als molenaar bekend is. Even verderop hebben we aan bakboord de theekoepel van de Buitenplaats Vrederust. Deze buitenplaats is ooit gerestaureerd door jhr. G.E. Loudon. We maken dan ook het voor de hand liggende grapje dat Vreeland wel een grote AAbank zal hebben gehad. We passeren de Van Leerbrug in het centrum, een dubbele ophaalbrug. Op weg naar Loenen meandert de Vecht door het landschap en genieten we van de steeds wisselende uitzichten. We varen er niet alleen, maar dat weet je als je deze vaarweg uitkiest. Als we het dorp binnenvaren passeren we aan bakboord de Buitenplaats Oud Over, daterend van voor 1726. Kort daarna hebben we aan bakboord de Mijndense sluis, die je naar de Westelijke Drecht schut.

Uitgelichte artikelen

De partners van het Watersportverbond

}