Bij het Watersportverbond komen veel vragen binnen van suppers die veiliger het water op willen. Samen met onze partner Varen doe je Samen stelden we de 10 tips op die er voor je veiligheid echt toe doen.
1) Bereid je goed voor!
Check het weerbericht, en ook de windkracht en windrichting in het gebied waar je gaat suppen. Kies bij veel wind een beschutte route en pas op voor een aflandige wind op open water. Op een sup is windkracht 3 of 4 beaufort al best veel. Zorg dat je uitrusting in goede staat is en dat je fit genoeg bent voor de route die je wilt gaan varen. Bepaal welke route je wilt gaan varen, houd rekening met de stroming en neem bij langere tochten voldoende eten en drinken mee.
2) Draag de juiste kleding en een zwem- of reddingsvest
Onderkoeling en verdrinking zijn de grootste risico’s voor een supper. Zorg daarom voor de juiste kleding. Let hierbij vooral ook op de watertemperatuur. Bij koud weer en koud water draag je het beste een neopreen wetsuit of zelfs een drysuit. Die houdt je ook warm als je in het koude water zou vallen. Zorg bij warm weer voor goede bescherming tegen de zon en dat je voldoende drinkt. Met geschikte waterschoenen bescherm je je voeten tegen scherpe voorwerpen onder water. Gekleurde, reflecterende kleding helpt voor een goede zichtbaarheid. Wat extra kleding voor als je in het water valt of als het afkoelt kan ook handig zijn. Draag bij voorkeur een zwem- of reddingsvest tijdens het suppen.
3) Ken de voorrangsregels!
Als supper ben je volgens het BPR een ‘klein, door spierkracht aangedreven schip’. De regel is: Motor wijkt voor spier, spier wijkt voor zeil. Je mag daarom voorrang verlangen van kleine motorschepen, en moet voorrang verlenen aan zeilschepen en -planken. Wees je ervan bewust dat niet iedereen deze regels naleeft. Het is daarom aan te bevelen om zoveel mogelijk uit de buurt van andere schepen te blijven. De belangrijkste regel is dan die van ‘goed zeemanschap’: Je moet alles doen om gevaarlijke situaties te voorkomen. Vaar altijd een duidelijke koers en ken je plek op de vaarweg: houd zoveel mogelijk stuurboordwal (de rechterkant) van het vaarwater aan.
4) Gebruik je leash!
Maak altijd gebruik van je ‘leash’, de lijn waarmee je je supboard aan je been vastmaakt. Deze voorkomt dat je supboard bij wind of stroming wegdrijft als je ervan afvalt.
5) Kijk regelmatig achterom
Weet wat er om je heen vaart en houd rekening met de snelheid van andere vaarweggebruikers. Kijk ook regelmatig achterom om te zien of je ‘ingehaald’ wordt. Zo voorkom je verrassingen. Op druk vaarwater met veel golven is het verstandig om op je knieën te gaan zitten.
