Column: Een brug te veel 

18 april 2024

Een brug te veel 

Toen er in mijn bijzijn voor de eerste keer over groot onderhoud aan ‘de kunstwerken’ van Rijkswaterstaat werd gesproken, kon ik de term niet meteen plaatsen. Bij een kunstwerk denk ik meteen aan de Nachtwacht of het Meisje met de Parel. Een voor de hand liggende gedachte misschien, maar het geeft meteen aan dat ik uit mezelf niet snel de relatie had gelegd met de betekenis die Rijkswaterstaat aan het begrip ‘kunstwerken’ heeft verbonden. Namelijk: de bruggen, sluizen en viaducten in Nederland. 

“Vanaf het Uitgeestermeer kun je geen kant meer op zonder ongelooflijk veel gehannes. Niet naar het IJsselmeer in het oosten, de Noordzee in het westen en Amsterdam in het zuiden”

Trots vertelde een oud-ingenieur van de overheidsdienst me later, dat het ontstaan van het gebruik van die term is ontstaan uit eerbied voor alle vakmensen die eeuwenlang aan bouwkundige hoogstandjes hebben gewerkt in een klein land waar het wegen-, water- en spoornetwerk in een voor de wereld ongekend dicht patroon over land en water gaat. Om zo een veilige passage van verkeersstromen mogelijk te maken. “Bekoorlijk voor de degene die het wil zien”, besloot hij. “Maar ook uiterst kwetsbaar, iets om zuinig op te zijn.”

Het gaat te ver om te zeggen dat ik een passie voor bruggen heb, maar ik vind het nog steeds bijzonder dat ik sinds 2005 bijna elke dag de brug bij Moerdijk over mag en die van Gorinchem. Mijn hoofd is gevuld met verhalen over bruggen. Opgegroeid als ik ben met geschiedenislessen over de Rijnbrug in Arnhem, een onneembare stelling voor de geallieerden (Operatie Market Garden). Of de slag om de Blauwbrug in Amsterdam, tijdens de krakersrellen in de jaren ’80. Redelijk recent nog heb ik alles gevolgd rondom het groot onderhoud aan de Haringvlietbrug. Van internationale allure vind ik de Erasmusbrug in Rotterdam en ik heb iets met de stoere John Frostbrug (1932) in Arnhem.

Het bewustzijn dat je ook een andere afhankelijkheid van een brug hebt - eronder door in plaats van erover heen - is pas echt tot mij doorgedrongen dankzij mijn werk voor het Watersportverbond. Ook raakte ik zo beter bekend met de Staande Mastroute: de vaarweg waarmee je dwars door Nederland kunt kruisen zonder dat de mast van je zeilboot naar beneden hoeft te zijgen. Een UNESCO-waardige vaarweg voor de scheepvaart waar helaas steeds vaker aan wordt getornd. Overheid, houdt dit a.u.b. in ere. 

Over bruggen ging het ook afgelopen dinsdagavond. Ik was bij Zeil- en Watersportvereniging Uitgeest (ZWVU) aan het Uitgeestermeer. In de omgeving voert Rijkswaterstaat momenteel werkzaamheden uit binnen het kader van de Richtlijnen Ontwerp Kunstwerken (ROK). Ook de provincie is op dat vlak actief. Noodzakelijk onderhoud, waarmee bruggen veilig en duurzaam blijven functioneren. Iets waar niemand op tegen kan zijn. Wat moet dat moet. Hiervoor ook alle begrip bij ZWVU. Toch was men er woedend. Hoe kunnen Rijkswaterstaat en de provincie het bedenken om twee bruggen tegelijk in groot onderhoud te nemen? De Coenbrug over de Zaan en de brug bij Krommenie. Die combinatie leidt namelijk tot een regionaal watersportinfarct.  Vanaf het Uitgeestermeer kun je geen kant meer op zonder ongelooflijk veel gehannes. Niet naar het IJsselmeer in het oosten, de Noordzee in het westen en Amsterdam in het zuiden. Om nog maar te zwijgen van de Wadden. Die zijn binnenkort onbereikbaar door onderhoudswerkzaamheden in Den Helder.

Beste mensen van Rijkswaterstaat, alle lof voor jullie belangrijke werk, maar dit had in overleg met ons en de provincie beter kunnen worden gepland. Laten we het erover hebben op 1 mei, in ons overleg over de landelijke problematiek ten aanzien van ROK. Recente problemen bij brugonderhoud in Haarlem hebben we zo ook beter kunnen stroomlijnen. Tijdens ons overleg, zou ik gelijk de weg willen vrijmaken voor een nog beter communicatiebeleid. Valt hier wat te leren van de successen van de campagne voor de snelwegen: Van A naar Beter? Minimaal leidt het tot meer begrip in de watersportwereld.

Laten we die brug slaan.

Reageren?

Arno van Gerven is directeur van het Watersportverbond. Hij schrijft twee keer per maand een column over de onderwerpen die in de watersport leven. Van Gerven probeert daarmee een breed lezerspubliek – van leden tot politiek – met een knipoog te laten kijken naar kansen en ontwikkelingen in recreatie en sport. Daarbij maakt hij gebruik van alle stijlmiddelen die een schrijver van een opiniestukje ten dienste staan. Wilt u reageren, e-mail naar arno.van.gerven@watersportverbond.nl.

Deel dit artikel:

Uitgelichte artikelen

Column

De partners van het Watersportverbond