Column: Ode aan de voorzitter

4 april 2024

Ode aan de voorzitter

Het zou zomaar kunnen. Dat u het hebt gemist.  Het nieuws. Van mijn vroegere volleybalvereniging. Men is op zoek naar een nieuwe voorzitter.  De vacaturetekst kreeg ik via een nieuwsbrief onder ogen. Voor potentiële kandidaten was in een kader een berekening gemaakt hoeveel tijd de nieuwe voorzitter kwijt zou zijn aan deze functie. Samengevat stond er: Als je alles bij elkaar optelt, ook het bijwonen van de algemene ledenvergaderingen, kom je uit op twee tot drie uur per week.

“Er zijn veel vrijwilligers binnen de club die veel meer uren draaien dan ik, maar als eindverantwoordelijke, voorzitter, is je gevoel altijd bij de club”

Even tussen ons, klopt geen bal van. De penningmeester was kennelijk al naar huis toen deze rekensom werd gemaakt. Zelf ben ik jarenlang (vice)voorzitter van de club geweest, met heel veel plezier overigens, maar had men het werkelijke aantal uren in kaart gebracht, dan is twee tot drie dagen per week voor een voorzitter een realistischer inschatting.  Daarbij wordt een voorzitter nog bij van allerlei andere ongeziene zaken en ongerijmds geroepen die niet in berekeningen of statistieken vallen uit te drukken.   

Rond een recente editie van een bijeenkomst voor nieuwe bestuurders van watersportverenigingen bij het Watersportverbond (aanrader!), sprak ik een oude rot in het vak over het voorzitterschap. Hij zei: “Er zijn veel vrijwilligers binnen de club die veel meer uren draaien dan ik, maar als eindverantwoordelijke, voorzitter, is je gevoel altijd bij de club. Je staat ermee op en gaat ermee naar bed. Of het nu het alarm is wat afgaat, of de zoektocht naar nieuwe vrijwilligers, voorzitter ben je 24/7. Als ik straks een keer voorzitter af ben, zal het een opluchting zijn, om dat los te kunnen laten.”

Tsja, verwoordt dat maar eens op een aantrekkelijke manier in je vacaturetekst. Wie komt er dan nog solliciteren?

Daarom begrijp ik de dichterlijke vrijheid van het bestuur van mijn oude volleybalvereniging maar al te goed: beter een goed verhaal, dan de feiten. Toch zijn er ook veel argumenten te bedenken die pleiten voor een veel minder rooskleurige voorstelling van zaken. De voorzitters die ik in de afgelopen jaren bij watersportverenigingen heb leren kennen, schrikken niet zo snel van een grote uitdaging. Sterker nog; druk, tegenwind, grote verantwoordelijkheid, gezeur, problemen, voorzitters lijken ervan op te bloeien. Dus waarom zou je in zo’n vacature om de hete brij heen draaien. Zeg gewoon waar het op staat. Zoals De Vloer, het Antwerpse reclamebureau, dat vijf jaar geleden met een vacature voor een officemanager naar buitenkwam, waar nu nog over wordt gepraat. De eerste zin luidt: ‘Wij zoeken iemand om dagelijks “ik doe hier godverdomme alles” te mompelen.’ Met daaronder de wervende tekst: ‘Elke dag opnieuw red je een jong, dynamisch communicatiebureau van de afgrond met keihard werkende mensen die zich binnenkort afvragen hoe ze het in godsnaam ooit deden zonder jou. Want jij, jij doet er godverdomme alles’.

Inmiddels zie ik in het land menig voorzitter zich voorbereiden op het nieuwe vaarseizoen. Loopschoenen aan en zwoegen maar. Alles om er straks bij de start van de activiteiten fris bij te staan.

Je bent het boegbeeld van de club, of niet.

 

Reageren?

Arno van Gerven is directeur van het Watersportverbond. Hij schrijft twee keer per maand een column over de onderwerpen die in de watersport leven. Van Gerven probeert daarmee een breed lezerspubliek – van leden tot politiek – met een knipoog te laten kijken naar kansen en ontwikkelingen in recreatie en sport. Daarbij maakt hij gebruik van alle stijlmiddelen die een schrijver van een opiniestukje ten dienste staan. Wilt u reageren, e-mail naar arno.van.gerven@watersportverbond.nl.

 

Deel dit artikel:

Uitgelichte artikelen

Column

De partners van het Watersportverbond